Beweging


Zet de vetverbranding in beweging

Om af te vallen moet je een zeer positieve energiebalans tijdelijk omzetten naar een negatieve. Simpel gezegd: je paard moet meer energie verbruiken dan hij binnenkrijgt, zónder dat dit ten koste gaat van de spiermassa. Om ervoor te zorgen dat de vetverbranding goed op gang komt, is beweging belangrijk. Hoe je dit precies aanpakt is erg van je paard en de situatie afhankelijk. Sportfysiologen Dr. Carolien Munsters en Irene Tosi geven advies.


Stappenplan

We gaan je door middel van een stappenplan proberen op weg te helpen. Let wel: iedere situatie is anders. Als we het hebben over 'normaal werk' voor een paard dan verschilt dit per paard, afhankelijk van ras en discipline. Bij sportpaarden is normaal werk namelijk heel anders dan bij recreatiepaarden. Voor een recreatiepaard is normaal werk bijvoorbeeld dat ze, naast de dagelijkse vrije beweging, regelmatig worden gereden. Normaal werk is een berekening op basis van het individuele paard, rekening houdend met zijn huidige en gewenste gewicht, omgeving en eventuele gezondheids- of leeftijdsproblemen.

Blijf te allen tijde goed naar je paard kijken en vraag advies aan een deskundige als je niet zeker bent van je zaak. Je wilt immers voorkomen dat je je paard overvraagt en hij door een blessure stil komt te staan.


Dr. Carolien Munsters

Sportfysioloog

Carolien is gepromoveerd op gebied van sportfysiologie van het paard. Door wetenschappelijke kennis te vertalen naar de praktijk helpt ze ruiters en coaches hun prestaties te verbeteren. Binnen haar bedrijf Moxie Sport hielp ze al een groot aantal topsportruiters met analyses en/of begeleiding, onder meer richting de Olympische Spelen in Londen en Rio de Janeiro en bereidt ze nu diverse combinaties voor op Tokyo. Tot slot geeft Carolien cursussen op gebied van sportfysiologie voor paarden en is ze actief als onderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde en embedded scientist in de paardensport (NOC*NSF).

Irene Tosi

Sportfysioloog

Irene studeerde diergeneeskunde aan de Universiteit in Milaan en heeft zich daarna toegelegd op fysiologisch onderzoek bij paarden aan de Diergeneeskundige Faculteit van de Universiteit in Luik. Ze geeft colleges en begeleid studenten op het vlak van fysiologie bij sportpaarden. Ook doet ze onderzoek naar de gevolgen van inspanning op spieren in het paardenlichaam.

Stap 1

Test de fitheid van je paard

Allereerst is het belangrijk om te weten hoe fit je paard eigenlijk is. Is je paard volledig ongetraind, dan weet je dat er op dit vlak nog winst te behalen valt. Word je paard wel getraind, vraag je dan af: hoe fit is hij nu eigenlijk echt? Er kan verschil zitten in het gevoel van de ruiter en de daadwerkelijke fitheid van een paard. Soms denk je als ruiter dat je je paard heel hard aan het werk zet tijdens de training, maar blijkt in de praktijk dat vooral de ruiter heel hard gewerkt heeft en de hartslag van het paard amper gestegen is. Andersom kan het ook. Er zijn paarden die met een hartslag van 180/190 nog steeds met de oren naar voren doorgaan.


Fitheidstest

Het advies is om toch een keer een fitheidstest bij je paard af te nemen. Voor de basistest en een eerste indicatie, heb je geen deskundige nodig, dit kun je helemaal zelf. Het enige dat je wel nodig hebt, is een hartslagmeter voor je paard.


Volg het onderstaande schema:

  • 2 minuten stappen op de linkerhand
  • 2 minuten stappen op de rechterhand
  • 2 minuten draven linksom
  • 2 minuten draven rechtsom
  • 2 minuten galop linksom
  • 2 minuten galop rechtsom

Let op: Las tussendoor geen stap- of rustmomenten in voor je paard

Fitte getrainde paarden moeten deze basistest (als ze ontspannen zijn, want stress verhoogt de hartslag) kunnen afleggen binnen de ‘normale’ waardes. Bij de stap mag de hartslag tussen de 60 en 75 slagen per minuut zijn, in de draf 90-110 en in galop 100-120. Als je paard hier boven zit, of de twee minuten galop niet kan volhouden, is zijn basisconditie nog onder de maat.

Help! Ik heb geen hartslagmeter

Heb je geen hartslagmeter en kun je er ook geen lenen, dan kan het nog steeds goed zijn om de test eens te doen. Uit de praktijk weten we namelijk dat twee minuten galopperen best lang kan zijn. Als je paard dat niet vol kan houden, weet je dat hij eigenlijk niet slaagt voor de fitheidstest.

Stap 2

Analyseren en monitoren

Heeft je paard moeite om de test uit te lopen, of is zijn hartslag erg hoog? Dan weet je dat je eerst aan zijn basisconditie moet gaan werken. Alleen daardoor zal hij al meer energie gaan verbranden. Bouw je training langzaam verder op. Daarvoor moet je eigenlijk wel weten wat je tot nu toe altijd deed. Daarom is het goed om eerst een paar trainingen te monitoren. Dit kun je doen door zelf eens de tijd bij te houden met een stopwatch of via een stopwatch app. Kijk hoe lang je stapt, draaft en galoppeert. Voor het beste resultaat zou je ook de bijhorende hartslagintensiteit van de training hierbij moeten weten, omdat je anders nog niet weet of je paard er nu wel of geen moeite mee heeft om die training uit te voeren.


Veerle: "Ik heb bij de begeleiding goede ervaringen met de de App van Equilab. De app registreert nauwkeurig waar je gereden hebt, hoe lang en in welke gang."


Via https://equilab.horse kun je de app downloaden, hij is zowel beschikbaar voor IOS als Android


Stap 3

Bepaal je doel

Voor een goed resultaat moet je er naartoe werken om vier tot zes dagen in de week met je paard aan het werk te zijn. Rijd je nu maar twee dagen in de week met je paard, ga dan niet eens naar zes dagen, maar bouw het heel langzaam op. Als een paard echt ongetraind is (jong paard, paard dat langdurig stil heeft gestaan) kan het enkele maanden tot een jaar duren voordat een paard 6 dagen in de week 60 min kan werken. Stel je doelen dus niet te hoog, maar bouw de training met kleine stapjes uit. Is je paard wel fit, dan kun je wat meer van hem gaan vragen.


Stap 4

Starten met trainen

Je weet nu hoe je paard ervoor staat en waar je naartoe wilt trainen. Het is belangrijk je trainingen uit te gaan bouwen. Eerst in frequentie, dan in lengte en daarna in intensiteit.

Om je op weg te helpen hebben we voor de trainingsopbouw twee verschillende adviezen gemaakt. Een voor het ongetrainde, niet fitte paard en een voor paarden die slagen voor de fitheitstest. Op de volgende pagina's vind je een trainingsschema en trainingstips. Kies op basis van de fitheidstest de training die bij jouw paard past, bekijk het advies van Dr. Carolien Munsters en start met trainen.


Wist je dat....

Je paard niet altijd even hard werkt als jij?

Als je zelf hard moet werken tijdens het rijden, kun je het idee hebben dat je paard ook heel hard aan het werk is. Dat hoeft alleen niet zo te zijn. Let er dus goed op dat je er niet automatisch van uitgaat dat wanneer jij moe bent, je paard dat ook is. Sommige paarden zijn namelijk heel fit voor het basiswerk (zie de fitheidstest die je kunt afnemen) en geven jou de indruk dat ze hard werken, terwijl ze eigenlijk alleen maar licht intensief werk verrichten. Als je daar geen weet van hebt, kan het zijn dat hij als het ware altijd te licht werkt en je juist moet gaan kijken of hij niet 2 à 3 keer in de week wat intensiever getraind kan worden. Daarnaast ga je je paard misschien meer voer geven vanwege het harde werk dat je denkt dat hij verricht, maar eigenlijk krijgt hij dan veel te veel, omdat jij degene bent die zo hard aan het werk is.


Download het werkboek en print het schema!