Do's and don'ts

Do’s

  • Laat minimaal eens per jaar het gebit van je paard controleren.
  • Laat je ruwvoer testen door middel van een Pavo Ruwvoer Quickscan.
  • Voer energierijk ruwvoer met een hoog eiwitgehalte.
  • Leg het ruwvoer in grote stapels op de grond, zodat het paard er makkelijk bij kan.
  • Laat het bloed van je paard controleren.
  • Geef je paard bij nat en koud weer een lekker warme deken. Op die manier raakt hij geen energie kwijt aan warm blijven.
  • Laat je paard zoveel mogelijk buiten lopen.
  • Zolang je paard kan kauwen; laat hem zoveel mogelijk in de wei lopen.
  • Geef een paard met een verminderde gebitsfunctie kortstengelig ruwvoer.
  • Voer een paard zonder gebitsfunctie een lekkere ‘soep’ van ruwvoervervangers.
  • Week het krachtvoer van een paard zonder gebitsfunctie.
  • Geef een neutrale zoutliksteen.
  • Krijgt jouw oudje geen krachtvoer? Kijk dan of er een andere aanvulling nodig is op het ruwvoer.
  • Zorg voor een zachte bodembedekking, zodat je lekker kan liggen.
  • Geef het paard veel vrije beweging in de weide en / of paddock.
  • Doe carrot stretches: vraag met een appel of wortel lengtebuiging naar links, rechts of naar beneden.
  • Oefen met grondwerk. Dit is ideaal als warming-up, coolingdown of wanneer je het paard niet meer kunt rijden.
  • Rijd niet te lang. Liever kort en regelmatig. * Gebruik in de winter een inrijdeken tijdens de warming-up.
  • Prikkel de spieren van je paard met krachttraining.
  • Houd je training afwisselend.
  • Zorg voor een goede coolingdown.

Don’ts

  • Voer geen ruwvoer met een hoog suikergehalte. Besluit je dit toch te doen? Laat het ruwvoer dan een half uurtje weken.
  • Voer het ruwvoer niet in slowfeeders, je oude paard moet er makkelijk bij kunnen.
  • Doe het ruwvoer niet in een hooinet of -ruif, waarbij het paard hoog moet reiken om te eten. Oude paarden kunnen ook last hebben van artrose in de nek en eten kan dan pijnlijk zijn .
  • Voer niet hetzelfde krachtvoer als toen je paard nog jonger was. Het is belangrijk het voer af te stemmen op je ouder wordende paard.
  • Zet een paard zonder gebitsfunctie niet in de wei, maar in een paddock.
  • Het is een slecht idee om een paard met een verminderde gebitsfunctie helemaal geen hooi meer aan te bieden. Paarden halen er nog veel voldoening uit om lekker te knabbelen aan het hooi.
  • Leg het ruwvoer voor paarden in een weiland of paddock niet op 1 plek, maar verdeel het over meerdere plaatsen. Zo stimuleer je dat paarden blijven lopen. Als je ervoor zorgt dat er altijd 1 voerplek meer is dan het aantal paarden, dan is er altijd voor ieder dier een rustig plekje om te eten.
  • Voer ruwvoervervangers niet in grote porties tegelijk, verdeel ze liever over meerdere kleinere porties per dag. Zo heeft je paard de hele dag door wat te eten.
  • Week niet je gewone krachtvoer, maar gebruik een krachtvoer dat hiervoor geschikt. Bijvoorbeeld Pavo 18plus.
  • Het oude paard te veel op stal houden.
  • Vrije beweging is belangrijk, maar zet het oudere paard niet in een te rijke weide.
  • Trainen zonder warming-up. Dat is zeer slecht voor de spieren en gewrichten.
  • Rijden op een kreupel paard. Schakel de dierenarts in om het paard te laten controleren.
  • Zonder training een lange buitenrit maken.
  • De coolingdown overslaan? Nee, niet doen! Zeker niet bij een ouder paard.
  • Te voorzichtig zijn met het paard. Ook al is jouw senior een dagje ouder, hij kan nog steeds getraind worden. Dat houdt hem alleen maar langer fit.

"Als je het management goed afstemt op je oude paard, gaat je paard een fijne oude dag tegemoet"

Nutritionist en dierenarts Veerle Vandendriessche